Pieter van Akkerveeken beschouwt het leven als toevallig en tijdelijk. Het leven heeft naar zijn overtuiging geen reden noch een doel: hij stelt zichzelf dan ook niet de vraag ‘Waarom leef ik’ maar wel de vraag ‘Hoe leef ik?’. Die vraag beantwoordt hij vanuit een liberale positie. Liberaal is hier nadrukkelijk niet politiek bedoeld. De term ‘liberaal’ dient in deze context begrepen te worden in de oorspronkelijk betekenis en niet in de politieke. Het stamt van het Latijnse woord liber dat ‘vrij’ betekent.
Het hiervan afgeleide bijvoeglijk naamwoord liberalis had in de oudheid de betekenis ‘tot de vrije stand behorend’. In concrete zin duidde het op eigenschappen van de vrije man zoals voornaam, beschaafd, beleefd, hoffelijk, welsprekend, ongedwongen, mild en vrijgevig. Deze betekenissen heeft het woord door de eeuwen heen ongeveer behouden: van Dale spreekt van mild, vrijgevig en royaal en van wars van kleingeestigheid, ruimdenkend en onbevooroordeeld.